Conceptnota Visie voor de toekomst van de Europese Unie goedgekeurd

Door Geert Bourgeois op 30 september 2016, over deze onderwerpen: Buitenlands Beleid, Vlaamse regering

Visie op de toekomst van de Europese UNIE

Vandaag keurde de Vlaamse regering, op voorstel van minister-president Geert Bourgeois, ook bevoegd voor Buitenlands Beleid, de visie op de toekomst van de Europese Unie goed.

Minister-president Geert Bourgeois:

Voor de Vlaamse regering is de EU de eerste en belangrijkste hefboom van het Vlaams buitenlands beleid. Met onze visie bepalen we welke rol we zien voor de EU in de aanpak van de grote uitdagingen waarvoor de Europese samenleving staat en met betrekking tot welke beleidsdomeinen de EU-regelgeving een meerwaarde biedt voor Vlaanderen.”

De Europese politiek is al lang geen exclusieve kwestie van buitenlands beleid meer, maar is een integraal onderdeel van de binnenlandse politiek. EU-bevoegdheden zoals cohesiebeleid, het gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid, energie, klimaat, transport, economie, innovatie, werk, onderzoek, handel en investeringsbeleid hebben betrekking op onze deelstaatsbevoegdheden. Maar ook de toekomst van de Europese Monetaire Unie, de Schengenzone het Stabiliteits- en Groeipact hebben een duidelijke impact op de werking en de begroting van de Vlaamse regering.

Vertrouwen versterken van onderen uit

De EU beleeft vandaag een heuse vertrouwensbreuk. Ook bij de Vlamingen rijzen er twijfels over de Europese Unie. Na de uitslag van het Brexit-referendum heeft de Unie nood aan een koerswijziging.

Geert Bourgeois: “Dit toekomstdebat zie ik als een opportuniteit voor de EU om aan zelfreflectie te doen. In de eerste plaats moeten we niet nadenken over een institutionele big bang, verdragswijzigingen of een steriel ‘meer’ of ‘minder’-Europa debat. Het gaat vooral over een beter Europa. Een Europa dat resultaten boekt, dat burgers bezielt en dat perspectief biedt.

Met de EU-visienota maakt de Vlaamse regering een duidelijke politieke keuze om deze hervorming van onderen uit te sturen. Geert Bourgeois:  “Mensen moeten meer betrokken worden en er moet meer worden geluisterd naar hun verwachtingen, kritiek, angsten en hoop. De EU moet ook onderwerp zijn van het politieke debat op alle niveaus. Tenslotte moet er werk worden gemaakt van een EU-burgerschap, gebaseerd op de gedeelde Europese waarden”.

Vlaamse kernbelangen 

De EU biedt Vlaanderen een grote meerwaarde. De interne markt heeft Vlaanderen welvaart, groei en jobs gebracht.  Als open economie heeft Vlaanderen een immense afzetmarkt: in 2015 ging net geen 70% van de Vlaamse uitvoer richting de EU. Met het gemeenschappelijk handels- en veiligheidsbeleid creëert de EU ook buiten Europa grotere afzetmarkten voor Vlaamse producten. Onze strategische ligging (‘Gateway to Europe’) biedt Vlaanderen een natuurlijke rol als logistieke draaischijf.  Door het vrij verkeer van personen genieten Vlamingen dan weer van vele mogelijkheden om naar een andere lidstaat te reizen of er te studeren of te werken.

In de visietekst brengt de Vlaamse regering tien kernbelangen voor de EU:

  1. Onze gedeelde fundamentele waarden, normen en vrijheden bewaken en mondiaal uitdragen. Vlaanderen is een open en dynamische deelstaat gericht op Europa en de wereld. Daarom pleit de Vlaamse regering voor een verplichte integratie, ook voor EU-burgers, die duurzaam gaan wonen in een andere lidstaat.
  2. Een versterkte Schengenzone met goed functionerende buitengrenscontroles. Dit moet het vrij verkeer van goederen, cruciaal voor economische uitwisseling, garanderen. Een kordaat maar humaan terugkeerbeleid is hierin ook cruciaal: we kunnen alleen de binnendeuren openen als we de controle op de buitendeuren terug in handen nemen. 
  3. Socio-economische hervormingen in de lid- en deelstaten gericht ondersteunen. Maar het is in de eerste plaats aan de lidstaten om de nodige sociaal-economische hervormingen door te voeren, de schulden weg te werken en een werkbaar traject naar een begroting in evenwicht te respecteren. Het Europees Semestersysteem en het versterkt begrotingstoezicht door de Unie moet de lidstaten hiertoe blijven aanzetten.
  4. Een hernieuwd investeringskader genereren dat het Stabiliteits- en Groeipact respecteert. De Vlaamse regering pleit op Europees niveau voor een vernieuwd budgettair afsprakenkader dat begrotingsdiscipline respecteert en combineert met noodzakelijke investeringen in de publieke infrastructuur en toelaat dat deze boekhoudmatig over langere termijn worden gespreid. 
  5. Het sociaal beleid, en in het bijzonder het aanpakken van sociale dumping en fiscale shopping. Overal in de Unie dient op dezelfde werkvloer het beginsel “gelijk loon voor gelijk werk” te gelden. Europese detacheringsregels moeten worden aangepast zodat gedetacheerde Europese werknemers aan dezelfde arbeids- en loonvoorwaarden werken als degene die gelden in de lidstaat waar de prestatie wordt uitgevoerd. De Vlaamse regering wil ook paal en perk stellen aan fiscale ‘shopping’ – belastingontwijking – tussen de lidstaten.
  6. Verdiepen van de Europese Monetaire Unie met als eerste prioriteit het vervolledigen van de Bankenunie. Daarbij is het cruciaal dat elke lidstaat zijn verantwoordelijkheid neemt en zijn zaken budgettair, economisch en bancair op orde stelt.
  7. Verdiepen van de interne markt met een energie-, transport- en digitale unie. Een eengemaakte markt moet leiden tot goedkopere en betere energie, transport en digitale producten. Het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (Junckerplan) zou meer moeten focussen op het bevorderen van risicovolle investeringen en energie, transport en digitale grensoverschrijdende infrastructuur in Europa.
  8. Een doorbraak realiseren voor de meest strategische handelsakkoorden met een state of the art investeringsbescherming. Dit moet onze KMO’s maximaal toelaten om te internationaliseren en bedrijven te beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken. De nieuwe handelsakkoorden moeten wereldwijd maatschappelijk verantwoord ondernemen bevorderen en mogen niet raken aan de hoge kwaliteitsvereisten die we in de Unie kennen inzake arbeidsvoorwaarden, milieubescherming, voedselveiligheid en gezondheid en onderwijs. In de toekomst dient over handels- en investeringsverdragen afzonderlijk onderhandeld te worden. Handelsakkoorden moeten behandeld worden als een exclusieve bevoegdheid van de EU, terwijl investeringsakkoorden gemengde bevoegdheden zijn die de lid- en deelstaten moeten goedkeuren. Investeringsakkoorden kunnen zo beperkt worden tot die lid- of deelstaten die hiermee instemmen.
  9. Een ambitieus en doeltreffend duurzaamheidsbeleid en het uitbouwen van de Europese Onderzoeksruimte met onderzoeksprogramma’s gericht op de kennis- en koolstofarme economie van morgen, en dit in loyale uitvoering van het Klimaatakkoord van Parijs. Investeringen in onderzoek en innovatie moeten beduidend groeien. De Unie moet een hefboom zijn voor grensoverschrijdende samenwerking en slimme specialisatie. Tegelijk moet een betere koppeling worden gemaakt tussen universiteiten, kennisinstellingen en bedrijven en overheden. Daarnaast moet de EU inzetten op marktintegratie op de markt van hernieuwbare energie, de bevordering van energie-efficiëntie en de ontwikkeling en uitbouw van opslagtechnologie. Deze ambities kunnen gerealiseerd worden met behulp van een ambitieus EU-onderzoeksprogamma dat hier resoluut op inzet. Industrie 4.0 moet worden ondersteund door een innovatief en een industrievriendelijk klimaat met duidelijke en realistische benchmarks en aan de hand van een robuust carbon-leakage-systeem dat de competitiviteit en het behoud van het industrieel weefsel van energie-intensieve economieën in de EU garandeert.
  10. Een slagkrachtig buitenlands- en veiligheidsbeleid voeren, in het bijzonder in de Europese nabuurregio. De Unie moet een factor van vrede en stabiliteit in de wereld zijn, een globale actor. Een actief Europees buitenlandbeleid houdt in dat de Unie een leidende rol opneemt in conflictpreventie. Diplomatie moet gestut worden door een geloofwaardige defensie en militaire capaciteit. Daarom moet ook het gemeenschappelijk defensiebeleid dringend een nieuwe impuls krijgen, betere coördinatie op EU-niveau – ook van het aankoopbeleid, een operationeel hoofdkwartier, activering van EU battle groups op termijn leidend tot de uitbouw van een Europese defensiemacht, desnoods eerst via een versterkte samenwerking van een beperkt aantal lidstaten. Dit alles in nauw overleg en samenhang met de NAVO.

 

Een meer efficiënte, betrokken en slagkrachtige Unie met duidelijke grenzen. 

Om haar legitimiteit te bewaren, moet de EU van onderen opgebouwd worden. De EU moet verbinding zoeken met de EU-burger en de meerwaarde van het optreden van de EU steeds aantonen. De beginselen van subsidiariteit, proportionaliteit, verantwoordelijkheid en solidariteit dienen daarbij als leidraad, zeker bij gedeelde bevoegdheden.

De EU moet ook meer rekening houden met de meerlagige bestuurscontext. Gedurende de gehele beleidscyclus moet de EU actief en structureel deelstaten en regio’s met wetgevende bevoegdheden betrekken bij de beleidsdomeinen waar zij bevoegd voor zijn.

Om de betrokkenheid en de slagkracht te vergroten is de Vlaamse regering dan ook voorstander van onder andere volgende institutionele hervormingen: 

  • Het Europees Parlement en de Raad moeten, naast de Europese Commissie, wetgevende initiatiefrecht krijgen inzake gedeelde bevoegdheden.
  • Achtentwintig Commissarissen of meer is niet meer werkbaar. De Benelux moet steeds een Commissaris kunnen aanduiden, met een rotatiemechanisme dat het in onderlinge consensus kan bepalen. Ook het aantal leden van de Europese Rekenkamer kan verminderd worden tot maximum twaalf leden.
  • Eén zetel voor het Europees parlement, in Brussel.
  • Om de betrokkenheid van de nationale en de deelstaatparlementen te vergroten, wordt een systeem van groene kaarten uitgewerkt. Wanneer een derde van de lidstaat-en deelstaatparlementen met wetgevende bevoegdheden een groene kaart trekt, wordt de Europese Commissie verplicht om het voorstel tot EU-actie in een bepaald beleidsdomein te onderzoeken en desgevallend een voorstel uit te werken. Wanneer de Commissie beslist dit niet te doen, dient zij te motiveren waarom ze geen actie neemt
  • De EU heeft nood aan  betere, transparante en meer afdwingbare regelgeving, met een reductiedoelstelling voor de Europese Commissie voor richtlijnen en verordeningen

De Vlaamse regering vindt ook niet dat de EU vandaag moet uitbreiden. Eerst moet worden gefocust op verdieping en hervorming. De uitbreidingen in 2004, 2007 en 2013 hebben aangetoond dat de absorptiecapaciteit duidelijk moet worden gedefinieerd.

 

Maar deelstaten van lidstaten die op wettelijke en democratische wijze onafhankelijk worden moeten kunnen toetreden tot de EU via een vereenvoudigde toetredingsprocedure. Deze deelstaten passen het Unierecht al toe en hun burgers zijn EU-burgers.

Minister-president Geert Bourgeois besluit:

We doen al heel wat om de rechtstreeks band tussen Vlaanderen en de EU te versterken, en om onze stem kenbaar te maken op Europees niveau via onze diplomatieke afvaardiging en onze aanwezigheid in Europese raden. Samen met de oprichting van een volwaardig Vlaams ministerie van Buitenlandse Zaken maakt Vlaanderen heel duidelijk dat het met deze visie een proactieve deelnemer is aan het debat op EU-niveau over de toekomst van de Unie”.

 

Meer info

Benjamin Muylaert, woordvoerder minister-president Geert Bourgeois –
GSM: 0473 95 25 69 – e-mail: Benjamin.Muylaert [at] vlaanderen.be

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is