U bent hier
Eerste jaarlijkse evaluatie archeologieregelgeving

Het nieuwe Onroerenderfgoeddecreet bepaalt dat het archeologiehoofdstuk jaarlijks wordt geëvalueerd. Het werkjaar 2017 is de eerste evaluatie die over een heel jaar handelt. “Door onze archeologiebepalingen jaarlijks te evalueren, kunnen we tijdig bijsturen en kiezen we voor een effectieve archeologie die bijdraagt aan de waardering en ondersteuning van ons erfgoed”, aldus minister-president Geert Bourgeois, ook bevoegd voor onroerend erfgoed.
Het rapport heeft 6 elementen in detail bekeken:
- De context: inventaris, bescherming, actoren
- Het archeologietraject in cijfers
- De effecten op de actoren
- De effecten op het vergunningentraject en het bouwproces
- De financiële effecten
- De effecten op kenniswinst
Minister-president Bourgeois: “Dit rapport geeft ons de data en de cijfers om onze archeologieregelgeving te monitoren en te evalueren. Bijna 4/5 van de ingediende archeologische documenten wordt meteen goedgekeurd door de administratie en in ruim de helft van die gevallen zijn er geen verdere acties vereist. Het gaat dus sneller, eenvoudiger en goedkoper. Amper 9,1% van alle bouwvergunningen in Vlaanderen krijgt vandaag een archeologisch traject.”
Het rapport concludeert dat er nu vooral stabiliteit van de wet- en regelgeving wordt gevraagd om de rechtszekerheid te waarborgen. Ten slotte formuleert het Agentschap Onroerend Erfgoed ook enkele engagementen voor zichzelf (zie bijlage.) “Ik ondersteun ten volle de initiatieven die het agentschap Onroerend Erfgoed zal nemen met het oog op een nog betere uitvoering van de archeologieregelgeving. Daarnaast nemen we ook de aanbeveling van het rapport mee om voor de opvolging van erkende archeologen efficiëntere procedures in te schakelen. We doen er alles aan om in Vlaanderen een kwaliteitsvol erfgoedbeheer uit te bouwen, deze evaluatie bewijst dat we op de goede weg zitten”, besluit minister-president Geert Bourgeois.