U bent hier
Koloniën van Weldadigheid voorgesteld als UNESCO werelderfgoed
Op voorstel van minister-president Geert Bourgeois, ook bevoegd voor Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed dient de Vlaamse regering samen met Nederland een werelderfgoednominatiedossier in voor de Koloniën van Weldadigheid. De Vlaamse overheid werkt al sinds 2012 mee aan een dossier voor de erkenning als UNESCO Werelderfgoed van de Koloniën van Weldadigheid in Nederland en Vlaanderen.
Het gaat in totaal om zeven koloniën, gesticht in het eerste kwart van de negentiende eeuw. Er zijn twee kolonies in Vlaanderen gelegen: Merksplas en Wortel. De andere kolonies, in het noordoosten van Nederland, zijn Frederiksoord, Willemsoord, Wilhelminaoord, Ommerschans en Veenhuizen.
Deze Koloniën van Weldadigheid getuigen van een uitzonderlijke onderneming, die twee eeuwen geleden haar ontstaan kende in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden onder Willem I. Geworteld in het geloof in de maakbaarheid van de mens en zijn omgeving stichtte de private Maatschappij van Weldadigheid tussen 1818 en 1825 zeven landbouwkoloniën. In deze utopische Koloniën van Weldadigheid moesten armen, landlopers en wezen de draad van hun leven weer oppikken. Dat deden ze aan de hand van een gedisciplineerd patroon van werken en leren. Individuele vrijheid was vrijwel onbestaande. Na het afschaffen van de landloperswet in 1993 volgde een periode van leegstand. Momenteel loopt er voor de landloperskolonie in Merksplas sinds 2012 een meerjarige subsidieovereenkomst voor de restauratie en herbestemming van de kolonie. Bedoeling is dat de site een toeristisch ankerpunt in de streek wordt met een combinatie van zowel cultuurtoerisme als recreatieve vrijetijdbesteding en woongelegenheid.
Het nominatiedossier, dat de afgelopen jaren is uitgewerkt, benadrukt de wereldwijde uniciteit van het project omwille van
- De basistypologie van het landschap van de vrije en onvrije Koloniën van Weldadigheid;
- De structuur van wegen, beplanting en waterstructuren, het maatsysteem dat werd toegepast en het patroon van de bebouwing;
- De bebouwing en beplanting die representatief is voor het utopische experiment van armoedebestrijding en disciplinering.
Alle betrokken lokale besturen hebben de afgelopen weken hun uitdrukkelijke goedkeuring verleend, en ondersteunen de geplande indiening van het nominatiedossier bij UNESCO. Streefdoel is om het dossier in 2018 te laten behandelen door het Werelderfgoedcomité. 2018 is immers de 200ste verjaardag van de oprichting van de Maatschappij van Weldadigheid, en de 25ste verjaardag van de afschaffing van de wet op de landloperij. Vermits een evaluatiecyclus ongeveer achttien maanden duurt, betekent dit dat het nominatiedossier ten laatste op 31 januari 2017 ingediend moet worden bij UNESCO.
Na het akkoord van de Nederlandse regering, naar verwachting volgende week, zal het dossier met alle bijlagen op vrijdag 21 januari 2017 aan UNESCO worden overhandigd door diplomatieke vertegenwoordigers van Vlaanderen en Nederland, vergezeld van een delegatie uit de koloniën. De behandeling door het Werelderfgoedcomité gebeurt dan in de zomer van 2018.
Minister-president Geert Bourgeois: “Vandaag zijn de verschillende koloniën van weldadigheid nog duidelijk herkenbaar. Wegens de hoge integriteit van dit onroerend erfgoed gaan Nederland en Vlaanderen er van uit dat de zeven koloniën van weldadigheid een terechte en relevante bijdrage kunnen betekenen aan de Werelderfgoedlijst”.