Minister-president Bourgeois ondersteunt ministeriële verklaring voor een Europees stedenbeleid in Riga

Minister-president Geert Bourgeois heeft op 10 juni tijdens de ministeriële meeting in Riga de verklaring voor een Europees stedenbeleid aangebracht. Deze verklaring is het politieke startschot voor een Europees kader dat steden begeleidt in de aanpak van groeimogelijkheden en opportuniteiten voor gebiedsontwikkeling.

Steden en gemeenten spelen een belangrijke rol in de economische, sociale en culturele ontplooiing van een leefgebied. Momenteel bestaan diverse sectorale initiatieven om hun benadering van actuele thema’s zoals armoede, economische groei, sociale en ruimtelijke segregatie en achteruitgang van het milieu te ondersteunen. In Europa situeert de verantwoordelijkheid voor urbane ontwikkeling zich voornamelijk bij de lidstaten. In ons land zijn de deelstaten hiervoor bevoegd.

De  Mededeling van de Europese Commissie van 14 juli 2014 verduidelijkte echter de nood aan een Europees beleid dat beter rekening houdt met de uitdagingen van steden. Een Europees kader dient onder meer te leiden tot meer efficiënte beleidsmaatregelen voor stedelijke gebieden en een meer geïntegreerde en gecoördineerde aanpak van duurzame stadsontwikkeling. Het subsidiariteitsprincipe en een intergouvernementele werkwijze vervullen hierbij een belangrijke rol.

Het Letse Voorzitterschap opent nu via de ministeriële verklaring het politieke debat naar een akkoord over de belangrijkste principes en elementen van een toekomstige stedelijke agenda. Er wordt gefocust op kleine en middelgrote steden. Dit thema vormt een gemeenschappelijke prioriteit voor het trio-voorzitterschap van Letland, Italië en Luxemburg. Later zal ook aandacht besteed worden aan grensoverschrijdende metropolitane gebieden.

Geert Bourgeois: “Een Europees stedenbeleid geef zuurstof aan een coherente, gebalanceerde en duurzame urbane gebiedsontwikkeling. Ik verwijs hierbij graag naar de verklaring van burgemeesters tegen kinderarmoede van 24 februari. Hun gezamenlijke en geïntegreerde benadering vergroot het succes van de aanpak ervan.”