Onteigeningsdecreet: naar één overkoepelende regeling: efficiëntere procedure en rechtszekerheid voorop

Door Geert Bourgeois op 8 juli 2016, over deze onderwerpen: Vlaamse regering

De Vlaamse Regering keurde vandaag, op voorstel van minister-president Geert Bourgeois, viceminister-president Liesbeth Homans en ministers Joke Schauvliege en Ben Weyts, het voorontwerp van onteigeningsdecreet voor een tweede maal principieel goed.

Dit decreet stelt één overkoepelende onteigeningsregeling voor alle onteigeningen in Vlaanderen voorop. Er komt een eenvormige, snelle en efficiënte procedure zowel in het belang van de overheid (projecten realiseren van algemeen belang) als dat van de burger (zekerheid over rechtspositie en een optimale rechtsbescherming).

Dit voorontwerp van decreet bevat de langverwachte uniformisering van het onteigeningsrecht, ter vervanging van de oude wetten van 1835, 1870, 1926 en 1962 die vroeger de onteigeningen regelden.

Minister-president Geert Bourgeois: “Een nieuw decreet was aan de orde, met eenvoudigere en rechtszekere procedures, met oog voor de belangen van zowel de onteigende overheden als onteigenden. Met wat vandaag op tafel ligt zorgen we ervoor dat de lokale en regionale besturen voortaan kunnen rekenen op duidelijke onteigeningsprocedures en minder administratieve last. Zo vervalt de voorafgaande machtiging bij onteigening, maar steeds met de nodige garanties op voldoende rechtsbescherming voor alle betrokkenen”.

Dit decreet regelt op een heldere en uniforme manier alle onteigeningsprocedures in Vlaanderen. Het vervangt een set van federale wetten, waarvan sommigen teruggaan tot het begin van de 19de eeuw.  Voortaan worden onderhandelingen met de eigenaars en een openbaar onderzoek verplicht gemaakt. Ook hoeven gemeenten en provincies niet langer een machtiging bij de Vlaamse regering aan te vragen vooraleer tot onteigening over te gaan. 

Eenduidige procedure

Er komt één enkele administratieve procedure voor alle onteigenende instanties  gebaseerd op een duidelijk onteigeningsbesluit, een onteigeningsplan en een projectnota.  De procedure laat ook toe dat eigenaars een verzoek tot zelfrealisatie indienen voor het project dat de overheid voor ogen had op hun eigendom.

Nieuw is ook de uitwerking van een volledige gerechtelijke fase die naadloos aansluit op de administratieve fase. De vrederechter wordt hierin de bevoegde rechter. De belanghebbende krijgt ook de mogelijkheid om het definitief onteigeningsbesluit te bestrijden voor een Vlaams bestuursrechtcollege.

Het voorontwerp van decreet werd voor advies voorgelegd aan de  volgende adviesraden: de Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij, de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening – Onroerend Erfgoed,  de Vlaamse Woonraad, de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid, de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, de Vlaamse onderwijsraad, de Mobiliteitsraad Vlaanderen, de Milieu- en Natuurraad,  de Sociaal-Economische Raad Vlaanderen, de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten en de Havencommissie.

Het voorontwerp van decreet werd positief onthaald, gelet op de eenduidige procedure, de naadloze aansluiting tussen bestuurlijke en gerechtelijke fase en de gelijke procespositie van de onteigende en de overheid.

Een aantal technische opmerkingen werden gehonoreerd in het nieuwe ontwerp. In een volgende stap wordt het advies van de Raad van State gevraagd.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is