Reactie minister-president Geert Bourgeois op de Verklaring van Namen

De Vlaamse handelsstrategie is optimistischer dan de Verklaring van Namen. Dit vertaalt zich onder meer in een aanpak waarin we proactief onze politieke en economische belangen Europees en internationaal behartigen, zoals we ook gedaan hebben in de onderhandelingen voor CETA en nu nog steeds doen in de onderhandelingen voor onder andere TTIP. Eén op zes jobs in Vlaanderen is afhankelijk van de internationale handel

De Verklaring van Namen stelt alleen vrijhandel voor in sectoren die in de verdragen worden opgenomen, terwijl de Vlaamse regering alleen gevoelige diensten van algemeen belang (zoals audiovisuele zaken, gezondheidszorg, onderwijs) uitsluit van vrijhandel.

Daarnaast lijkt de verklaring van Namen in de eerste plaats ingegeven te zijn door protectionisme en stelt een volledige terugkeer voor van het Europese handelsbeleid naar de lidstaten. Dit doet afbreuk aan de rol van de EU in de wereldhandel (Verdrag Werking van de Europese Unie, artikel 3). Vlaanderen pleit er wel voor om in de toekomst te werken met twee aparte soorten verdragen: exclusief-Europese voor handel in goederen en diensten en gemengde investeringsverdragen.

Wat betreft de voorstellen voor meer transparantie en geschillenbeslechting haalt de Verklaring van Namen heel wat zaken aan die vandaag al opgenomen zijn in bestaande handels- en investeringsakkoorden, zoals deze tussen de EU en Canada (CETA).

In bijlage het persbericht van de Vlaamse handelsstrategie, goedgekeurd op de Vlaamse regering van 25 november jl.