U bent hier
Restauratiepremie van 1.869.000 euro voor paardenstallen van voormalige landloperskolonie te Merksplas
Geert Bourgeois, Vlaams minister-president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, kent een premie van 1.869.000 euro toe aan het gemeentebestuur Merksplas en Kempens Landschap vzw voor de vierde fase in de restauratie en herbestemming van de voormalige landloperskolonie van Merksplas.
Restauratie en herbestemming zijn de ideale manier om waardevolle gebouwen een toekomst te geven, aldus minister-president Geert Bourgeois. Bedoeling is dat de site een toeristisch ankerpunt in de streek wordt met een combinatie van zowel cultuurtoerisme als recreatieve vrijetijdbesteding en woongelegenheid. De paardenstallen worden in dat kader herbestemd als fietsenservicepunt en woonbergingen. Op de verdiepingen worden er in totaal drie woningen gerealiseerd.
In 2012 werd een meerjarige subsidiëringsovereenkomst afgesloten tussen de Vlaamse overheid, het gemeentebestuur Merksplas en de provincie Antwerpen voor de restauratie en herbestemming van de voormalige landloperskolonie van Merksplas. Het restauratiedossier om de beschermde kapel en Grote Hoeve te restaureren en herbestemmen telt in zijn geheel tien restauratiefasen, gespreid over tien jaar.
In deze vierde restauratiefase worden de paardenstallen van de Grote Hoeve gerestaureerd en herbestemd. Het binnenplein en de omgeving worden heraangelegd. Hiervoor wordt ook nieuwe beplanting aangekocht.
Historiek
De Rijksweldadigheidskolonie van Merksplas is een uniek en intact voorbeeld van hoe de sociale wetgeving in de periode van de Koninklijke Nederlanden werd uitgevoerd. De kolonie werd opgericht in 1824 als landloperskolonie (in de periode dat België deel uitmaakte van de Nederlanden). Landlopers werden beroofd van hun vrijheid en tewerkgesteld op de boerderij en in verschillende ambachten. Vandaag wordt het hoofddeel van de gebouwen gebruikt als gevangenis
De kolonie in Merksplas stelt zich samen met de kolonie van Wortel en gelijkaardige koloniën in Nederland kandidaat om erkend te worden als UNESCO Werelderfgoed. Al deze kolonies getuigen van een uniek negentiende-eeuws maatschappelijk experiment waarin armoedebestrijding, opvoeding en sociale zorg centraal stonden.
De paardenstallen, met langgevels, waren oorspronkelijk bestemd voor 24 paarden en werden later ook gebruikt als ossenstallen. De zolders deden dienst als graanzolder. Momenteel staan de gebouwen leeg en is de omgevingsaanleg verwaarloosd.