U bent hier
Toespraak 11 juli - Diplomatiek korps
Toespraak minister-president Bourgeois
11 juli viering Diplomatiek Korps
Brussel, 10 juli 2017
HET GESPROKEN WOORD GELDT
Mijnheer de voorzitter van het Vlaams Parlement,
Excellenties,
Collega’s uit de Vlaamse Regering,
Collega’s uit het Vlaams en federaal parlement,
Geachte genodigden,
Het is een waar genoegen u opnieuw te kunnen toespreken op de Vlaamse Feestdag.
En op een Feestdag, dames en heren, vieren we feest.
Omdat we blij zijn en herdenken hoe mensen in het verre of recente verleden samen geijverd hebben om van Vlaanderen de welvarende en dynamische deelstaat en hechte gemeenschap te maken die we vandaag zijn.
Vlaanderen heeft de veerkracht gevonden om zijn begroting in evenwicht te brengen. Economisch gaat het goed.
Het aantal werklozen daalde met meer dan 5% t.o.v. vorig jaar,
de werkloosheidsgraad in Vlaanderen bedraagt 4,8%.
Het aantal jobaanbiedingen staat op recordhoogte.
Het aantal startende ondernemingen neemt toe en er zijn minder faillissementen.
Vorig jaar haalden we ook een recordbedrag van meer dan 300 miljard euro export naar de vier hoeken van de wereld en we overtuigden ook 200 nieuwe buitenlandse investeerders om in onze deelstaat te investeren, het op één na beste resultaat ooit.
We investeren fors in onderzoek en ontwikkeling, in scholenbouw en in zorg.
Na een noodzakelijke besparingsoperatie boeken we vandaag mooie resultaten. Er is dus reden om te vieren.
Maar vieren doen we niet alleen. Dat doen we omringd en verbonden met onze buren, vrienden en partners.
Want de positieve resultaten, de aangehaalde veerkracht, mogen dan wel het resultaat zijn van hard werken, innoveren en ondernemen, ze zijn enkel mogelijk omdat Vlaanderen er in de wereld gelukkig niet alleen voor staat. Verbondenheid, gemeenschappelijke waarden, openheid en vrijhandel brengen ons in contact met anderen, met nieuwe opportuniteiten en ideeën, met vernieuwende inzichten en met u.
Daarom vieren we ook graag samen met u.
Vlaanderen, dames en heren, heeft een lange geschiedenis als handelsgebied- en ontmoetingsplaats aan de Noordzee.
Reeds in de middeleeuwen was onze regio de centrale locatie waar de handelaars van het Zuiden hun collega’s van de Hanzesteden uit het noorden van Europa ontmoetten.
Brugge was het Venetië van het Noorden en in het kielzog van de handelaars kwamen kunstenaars, academici, invloedrijke denkers en innovatieve geesten.
Vanaf de 15de eeuw was de Grote Raad van Mechelen het hoogste rechtscollege in de Nederlanden, met een sterke reputatie tot diep in het Boergondische rijk.
In de 16de eeuw beleefde Antwerpen haar ‘gouden eeuw’ en schonk het ons dankzij zijn haven, diamant, Rubens en Plantijn.
En ook vandaag vervullen Vlaanderen en zijn hoofdstad Brussel nog steeds een centrale positie als ontmoetings- en beslissingscentrum in het hart van de Europese Unie.
Brussel is de tweede belangrijkste diplomatieke stad ter wereld.
Maar ook de Vlaamse havens aan de Noordzee vervullen een centrale positie die Vlamingen in contact brengen met Europa en de wereld.
Het mag u dan ook niet verbazen dat ik vorige maand nog op de Noordzeeconferentie in Göttingen de EU heb opgeroepen om werk te maken van een macrostrategie voor de Noordzee. Wat ons betreft maakt die strategie ook deel uit van de Brexit-onderhandelingen zodat we ook post-Brexit maximaal de verbondenheid en samenwerking met het VK kunnen behouden, in ons wederzijds belang.
Dames en heren,
Vlaanderen brengt mensen samen, verbindt hen. Om dit op een moderne, vlotte en efficiënte manier te doen, doen we dat ook fysiek:
Vlaanderen investeert in een internationaal en multimodaal vervoersnetwerk dat past binnen het Europese transportnetwerk. We want to connect and we want to be connected.
Binnen Europa en met de wereld. Daarom mag het niet verwonderen dat een groot deel van de belangrijkste Vlaamse haven- en waterwegprojecten in uitvoering- zoals de Nieuwe Sluis Terneuzen, de opwaardering van het Albertkanaal, en de Seine-Scheldeverbinding ingepast zijn in de Europese transportcorridor North Sea-Mediterranean.
Naast investeringen in onze waterwegen, hebben we ook duidelijke plannen om het spoor te versterken. We willen spoorwegen als schakels in de logistieke netwerken. Waarbij we resoluut pleiten voor gelijke normen in Europa zodat onze treinen zonder oponthoud van Noord naar Zuid kunnen sporen en terug.
Zoals ik vorig jaar heb gezegd, is het niet alleen tijd om een Digitale en Energie-Unie, maar ook tijd om de Europese Transportunie gestalte te geven. Het project van de IJzeren Rijn is daarbij een belangrijke verbinding. In januari 2016 werd de haalbaarheidsstudie naar een nieuw tracé gestart. De studie onderzoekt drie tracés inzake haalbaarheid op technisch, economisch en milieu-technisch vlak. Het Duitse deel van een van de trajecten - de zogenaamde ‘dritte Weg’- is opgenomen in het Bundesverkehrswegeplan.
Nadat we begin juni de “Madrid Maersk”, met een capaciteit van meer dan 20.000 containers mochten verwelkomen in de haven van Antwerpen, mochten we eind juni in de haven van Zeebrugge de eerste containertrein met wagens vanuit het noordoosten van China verwelkomen. Voortaan brengt de trein - als onderdeel van de ‘One Belt, One Road’ - drie keer per week grotere Volvo-modellen naar Europa en neemt diezelfde trein op de terugweg kleinere Volvo’s uit Gent en andere goederen mee naar China.
Samen met collega minister-president Mark Rutte mocht ik vorig jaar de geslaagde fusie tussen de Haven van Gent en Zeeland Seaports wereldkundig maken. Gezamenlijk zullen zij de ‘Lage Landen’ letterlijk op de kaart zetten. We sluiten aan, we verbinden, we connecteren. Naast waterwegen en spoor innoveren we ook om onze wegen te optimaliseren als schakels in logistieke netwerken. Tijdens de “European Truck Platooning Challenge” hebben een aantal geautomatiseerde vrachtwagens een traject afgelegd door de Europese Unie en kwamen ze ook op Vlaamse wegen. Truck platooning biedt mogelijkheden voor een beter gebruik van de weg, een besparing van tijd en brandstof en een vermindering van de CO2-uitstoot. Zo blijven we ook constant onze klassieke vervoersmodi innoveren.
Het staat bovendien buiten kijf dat het Oosterweelproject waarover de Vlaamse Regering dit jaar een historisch akkoord bereikte met de burgercomités een vitaal project is om de internationale verbinding en dus de interne markt in de Europese Unie te verdiepen.
U hoort het, dames en heren, Vlaanderen investeert in de fysieke koppeling die mensen samenbrengt. We doen dit op verschillende fronten tegelijk en multimodaal want zo bereiken we nog sneller en efficiënter de internationale klanten van de bijna 800 Europese distributiecentra die onze deelstaat rijk is. Ondanks Brexit, en ondanks ontluikend protectionisme in de wereld kijkt Vlaanderen vol vertrouwen naar de toekomst. Een toekomst waarin we willen investeren. Veel investeren.
In 2017 is er 200 miljoen euro extra voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie.
Vlaanderen investeerde hiermee nog nooit zoveel als tijdens het huidige begrotingsjaar, en dit in een periode van krapte.
Tegelijk doet de Vlaamse regering extra investeringen in de Vlaamse kennis- of onderzoeksinstellingen zoals Imec, VIB, Vito of Flanders Make.
Deze state of the art centra zijn ondertussen stuk voor stuk internationaal gerenommeerde actoren en cruciaal in de uitbouw van ons toekomstig economisch weefsel.
Vlaanderen behoort zo tot de tien meest innovatieve deelstaten van de Europese Unie. Nu al investeren we 2,69% van ons bbp in onderzoek en ontwikkeling.
We zijn dus goed op weg om ons streefcijfer van 3% te behalen.
Dames en heren, u hoort het : Vlaanderen investeert in zijn toekomst.
De investeringen in infrastructuur baren ons evenwel zorgen. In tegenstelling tot de gebruikelijke economische afschrijvingen voor investeringen in infrastructuur, verplichten de Europese Boekhoudregels ons momenteel tot een aanrekening die maximaal slechts gespreid mag worden over de periode van constructie.
Dit is niet realistisch. Zeker niet voor EU-lidstaten.
Daarom pleit ik ervoor om voor eenmalige, uitzonderlijke strategische, duurzame, en groeibevorderende investeringen een grotere flexibiliteit in het Europees Stabiliteits-en Groeipact in te bouwen.
Ik denk dat het perfect mogelijk is voor de Europese Commissie om meetbare criteria uit te werken zodat strategische investeringen die finaal de interne markt ten goede komen mogelijk worden. Ik heb dit voorstel vorige maand ook gebracht tijdens mijn onderhoud met Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker en samen met collega Bart Tommelein bij Commissaris Pierre Moscovici verdedigd.
Dames en heren,
Naast de fysieke verbondenheid zijn wij ook en wellicht steeds meer met elkaar verbonden langs de digitale snelweg. De vraag naar meer, budgetvriendelijker en frequenter bereikbaarheid is vanaf deze zomer binnen de Europese Unie een stap dichter gekomen. De consument werd aangenaam verrast met de afschaffing van de roamingtarieven binnen de interne markt. Als u het mij vraagt, een mooi voorbeeld van hoe de Europese Unie kan zorgen voor een positieve schwung en een vernieuwde dynamiek. Dit is een voorbeeld van de concrete meerwaarde van de Unie voor onze burgers.
Maar net als in de reële wereld zien we dat ook in de digitale omgeving malafide elementen onze veiligheid in het gedrang brengen. Malware, payware, spyware …. onze veiligheid vraagt om steeds sterkere, snellere en kordatere instrumenten. De Europese Unie is duidelijk het gepaste beleidsniveau om ons te beschermen tegen krachten die de fundamenten van onze maatschappij ten gronde willen richten. En hoewel we bij het lezen van nieuwsberichten eerder het gevoel zouden kunnen krijgen dat sommige landen opnieuw heil zien in een op zichzelf terugplooien, kunnen we alleen maar vaststellen dat op de 60ste verjaardag van het Verdrag van Rome, de Europese Unie meer welvaart, stabiliteit en vrede heeft gebracht dan de 60 jaar ervoor.
Daarom zijn we ook Vlaming om Europeeër te worden.
Dames en heren,
Om tot een coherent geheel van kennis, infrastructuur, innovatie en internationalisering te komen, is er nood aan de bijzondere dynamiek van een cluster. In Vlaanderen krijgen burgers en bedrijven voortaan meer kansen met het vernieuwd clusterbeleid. Dit nieuwe beleid stimuleert samenwerkingsverbanden tussen innovatiebewuste Vlaamse én buitenlandse bedrijven en nieuwsgierige kenniscentra. Ook hier verbinden we, brengen we samen, en zorgen we voor een extra dimensie.
De Vlaamse Regering bereidt de toekomst voor en schuift in haar Visienota 2050 zeven prioriteiten naar voren als antwoord op uitdagingen van de toekomst en als weg naar kansen voor de toekomst.
Naast de ‘sprong naar een Industrie 4.0’ zijn de zes andere transitieprojecten:
- levenslang leren en een dynamische levensloopbaan,
- slim wonen en leven,
- een hoogstaande gezondheids- en welzijnszorg,
- een vlotter en veiliger mobiliteitssysteem,
- een circulaire economie
- en een koolstofarm energiesysteem.
Het Vlaams Departement Buitenlandse Zaken zorgt ervoor dat elk van de transities ingebed is in een internationale context en de kansen die de Europese Unie ons biedt om ze verder te ontwikkelen.
Dames en heren,
Vlaanderen wil zijn Europese en internationale rol ten volle opnemen. Wij voelen ons daarin gesteund door onze partnerlanden, onze ‘beste buren’, onze diplomaten en economische vertegenwoordigers en natuurlijk hun rijke netwerk waarvan u allen deelgenoot bent.
Het is voor mij dan ook een bijzondere gelegenheid om, op deze Vlaamse Feestdag, met u allen, het diplomatiek korps in ons land, het glas te heffen op de samenhorigheid, de verbondenheid en de vriendschap.