U bent hier
Voorlopige bescherming als archeologische site van een Romeinse site op het plateau ‘De Kommel’, gemeente Dilsen-Stokkem (Dilsen)
Geert Bourgeois, Vlaams minister-president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, heeft een Romeinse site op het plateau ‘De Kommel’ in Dilsen-Stokkem voorlopig beschermd als archeologische site.
“De Romeinse site in Dilsen-Stokkem is goed bewaard. Dankzij het grotendeels agrarische en onbebouwde karakter heeft de site een hoge informatiewaarde en heel wat wetenschappelijk potentieel. De locatie is erg kwetsbaar door erosie en door metaaldetectie. Om ervoor te zorgen dat bij het gebruik van het terrein rekening wordt gehouden met de aanwezige erfgoedwaarden en om metaaldetectie op de site te verbieden wordt deze uitzonderlijke site beschermd om ze te bewaren voor toekomstige generaties”, aldus minister-president Geert Bourgeois.
In de jaren tachtig van vorige eeuw ontdekte een amateurarcheoloog restanten van Romeinse bewoning aan de Haagdoornweg in Dilsen. De Vlaamse overheid gaf in 2012 de opdracht aan het archeologisch projectbureau ARON om de site op het plateau ‘De Kommel’ te evalueren op de aanwezigheid van archeologische restanten.
De studie toonde aan dat goed bewaarde restanten van bewoning aanwezig waren, langs beide zijden van een noord-zuid lopende Romeinse weg (heirbaan). Op het plateau ‘De Kommel’ ontstond tijdens de Romeinse tijd een belangrijke nederzettingsvorm, een vicus. Vici speelden een belangrijke rol in de Gallo-Romeinse samenleving. Ze waren vooral gericht op handel en productie voor de regio. De regio rond ‘De Kommel’ werd in de Romeinse periode intensief bewoond. Het is dus zeker mogelijk dat de vicus in Dilsen een belangrijke rol speelde. Op basis van analyse van het aardewerk blijkt dat de vicus vooral bewoond was vanaf de Flavische periode (69-96 na Chr.) tot in de eerste helft van de derde eeuw. De aanwezigheid van enkele vierde-eeuwse vondsten betekent dat de site na de Romeinse periode gebruikt bleef in de vroegmiddeleeuwse periode. Die continue bewoning is uitzonderlijk in Vlaanderen en daarom zeer interessant.
In Vlaanderen zijn vandaag maar enkele sites als een vicus aangeduid. Geen enkele locatie is voldoende onderzocht om een volledig inzicht te krijgen in dit type nederzetting.