U bent hier
Voorlopige bescherming van de architectenwoning van Jos Van Driessche in Gent (Sint-Denijs-Westrem)

Geert Bourgeois, Vlaams minister-president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, heeft de architectenwoning van Jos Van Driessche in Gent (Sint-Denijs-Westrem) voorlopig beschermd als monument omwille van haar architecturale waarde.
De architectenwoning van Jos Van Driessche ligt op de hoek van de Pieter Pauwel Rubenslaan en de Kortrijksesteenweg in Sint-Denijs-Westrem. De woning is opgetrokken in 1974. Ze wordt door architect Jos Van Driessche, die er momenteel nog steeds woont, tot op de dag van vandaag gezien als een ‘work in progress’ dat voortdurend verfijnd wordt en zich continu aanpast aan de evoluerende noden van de bewoners.
Jos Van Driessche studeerde af aan het Gentse Sint-Lucasinstituut in 1954. De moderne architectuur bevond zich in die tijd in een identiteitscrisis. Het functionalistische modernisme bood geen antwoord meer op alle vragen en werd door veel architecten als beperkend of zelfs remmend ervaren, ook voor Jos Van Driessche zelf. Zijn zoektocht naar een persoonlijke architecturale vormentaal begon tijdens zijn studie en stage bij Hermann Mattern in Kassel die een optimale relatie tussen mens en leefmilieu, tussen architectuur en landschap nastreefde.
Als jonge architect ondernam Van Driessche reizen naar Finland en Denemarken. Hier kwam hij in contact met de moderne Scandinavische architectuur. Het Scandinavische modernisme - gekenmerkt door de integratie van architectuur in het landschap, een voorkeur voor het gebruik van warme en natuurlijke materialen en aandacht voor ergonomie en menselijke schaal - van Alvar Aalto, Arne Jacobsen en Jorn Utzon sloot perfect aan bij zijn interessesfeer en raakte gekoppeld aan zijn persoonlijke belangstelling voor het werk van Frank Lloyd Wright. Wrights principes van organische architectuur komen onbewust tot uiting in het werk van Van Driessche.
Al deze invloeden verwerkt de architect tot een markante, individuele stijl, te zien in vroege werken als de woningen Dierckx-Schrijvers, Anerel, Moerman en Flerackers.
In 1964 begon Jos Van Driessche les te geven aan het Sint-Lucasinstituut in Gent. Met zijn team jonge medewerkers, of in samenwerking met andere architecten en kunstenaars als Jean Van den Bogaerde en Vic Temmerman, focuste hij in zijn beginjaren op (internationale) wedstrijdontwerpen. Tal van bekroningen en eervolle vermeldingen volgden.
Zijn eigen woning betekent een keerpunt in zijn oeuvre en is een referentie voor de ontwerpen hierna. Het exterieur met zijn bijzondere materialiteit, in harmonie en innig verweven met de tuin en de bijzondere ruimtewerking in het interieur getuigen van een architecturale maturiteit, een beheerst werken met evenwichtige verhoudingen en een doorleefd toepassen van de principes uit de voorgaande fase van zijn werk.
De opmerkelijke volumewerking in het exterieur en het creëren van een vloeiende binnenruimte met bijzondere doorzichten in het interieur maken van het pand een ware architecturale sculptuur, die proefondervindelijk van zolder tot kelder en van interieur tot exterieur tot in het detail is uitgedacht op maat van de bewoners.
Vertrekkend van de kwaliteiten van het bouwterrein realiseerde Jos Van Driessche een geborgen droomwereld, een meesterwerk uitgevoerd volgens de beginselen van de organische architectuur, uniek in Vlaanderen en gaaf bewaard tot ons gekomen.
Procedure
Na de voorlopige bescherming organiseert het gemeentebestuur een openbaar onderzoek. Op die manier heeft iedereen de kans om opmerkingen op of bezwaren over de voorlopige bescherming kenbaar te maken bij de gemeente. Na een periode van negen maanden beslist minister-president Geert Bourgeois over een definitieve bescherming.