Voorstelling VRIND 2017

Door Geert Bourgeois op 6 oktober 2017, over deze onderwerpen: Vlaamse regering

Naar jaarlijkse traditie publiceert de Studiedienst van de Vlaamse Regering de Vlaamse Regionale Indicatoren, kortweg VRIND. Deze indicatoren bieden een schat aan informatie over belangrijke sociaal-economische, ruimtelijk-ecologische en algemeen-maatschappelijke evoluties in de Vlaamse samenleving. Ze zijn voor beleidsmakers bijgevolg een bijzonder nuttige bron.

De integrale set van Pact 2020 indicatoren is in deze 25ste editie mee opgenomen. Het boek is geïllustreerd met circa 900 tabellen, grafieken en kaarten.

VRIND 2017 is een gemeenschappelijk project van alle diensten van de Vlaamse overheid en de bevoegde ministers. De Studiedienst van de Vlaamse Regering van het Departement Kanselarij en Bestuur coördineert dit project en voegt er eigen analyses aan toe.

VRIND 2017 is te raadplegen via de website http://vlaanderen.be/svr of kan gratis besteld worden via het loket van publicaties van de Vlaamse overheid: http://vlaanderen.be/publicaties.

 

Enkele markante vaststellingen

Sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen:

  • De Vlaming heeft een hoge levensstandaard, meer gezonde levensjaren en een hoge tevredenheid met de eigen levenssituatie. Toch blijven Vlamingen eerder pessimistisch naar de toekomst kijken.
  • Terrorisme en immigratie zijn volgens de Vlamingen de belangrijkste maatschappelijke problemen. In vergelijking met de doorsnee Europeaan liggen we minder wakker van problemen zoals werkloosheid, de economische situatie en de levensstandaard.
  • Vlaanderen behoort op heel wat terreinen zoals armoede, werkloosheid en opleiding tot de Europese top. Na Tsjechië kende Vlaanderen in 2016 het laagste armoederisicopercentage in Europa, de op drie na laagste werkloosheidsgraad, en een snellere daling van het aantal laaggeschoolden en stijging van het aantal hooggeschoolden. Er bestaan nog kloven tussen bevolkingsgroepen, maar het goede nieuws is dat deze kloven vernauwen: zo nemen de werkzaamheidskloven tussen mannen en vrouwen alsook tussen jongeren en ouderen af.  Voor laaggeschoolden en personen met een buitenlandse herkomst blijven er diverse maatschappelijke kloven bestaan.
  • De maatschappelijke participatie blijft groot. De helft van de Vlamingen is minstens actief lid in een vereniging, een vijfde doet vrijwilligerswerk en de helft springt wel eens in als mantelzorger. Daarnaast blijkt de culturele en sportparticipatie erop vooruit te gaan.
  • Deze participatie vertaalt zich niet in een intenser burgerschap. De politieke interesse ligt laag en in vergelijking met andere Europese landen wordt er veel minder over politiek gediscussieerd. Een derde van de bevolking wil meepraten over belangrijke maatschappelijke thema’s. De helft van de bevolking vindt referenda een goede zaak, een derde is voorstander van de afschaffing van de opkomstplicht, de helft zou deze behouden. Bij afschaffing zou driekwart nog gaan stemmen voor de gemeenteraad, bijna twee derde voor het Vlaams en federaal parlement, nog iets meer dan de helft voor de Europese verkiezingen.
  • De maatschappelijke positie van de vrouwen is op vele domeinen versterkt. Vrouwen zijn ondertussen hoger opgeleid dan mannen en de loonkloof is fors gedaald, hoewel niet verdwenen. In Europa ligt die kloof gemiddeld dubbel zo hoog. Er blijven ook nog verschillende vormen van seksesegregatie overeind, zowel in het onderwijs als op de arbeidsmarkt. Zowel mannen als vrouwen zijn ondertussen meer te vinden voor een gelijke taakverdeling in het huishouden en bij de opvoeding van de kinderen.
  • De maatschappelijke positie zowel van personen met een handicap als personen van buitenlandse herkomst gaat er niet op vooruit. Wel neemt de openheid en tolerantie ten opzichte van vreemdelingen toe.

Economische ontwikkelingen

  • Vlaanderen behoudt de jongste jaren zijn positie inzake welvaartscreatie (bbp) ten opzichte van de Europese landen,  en behoort tot de top tien van de Europese innovatieve regio’s.
  • Goed voor de economie is dat de loonkost per eenheid product blijft dalen en dit vooral in de industrie.
  • Er is weer meer geloof in zelfstandig ondernemerschap en het aantal ondernemingen neemt toe.
  • In 2016 kwamen er 22.900 ondernemingen bij, een groeiratio van 4,2%, de hoogste sinds 2009.
  • In 2016 waren er 198 buitenlandse investeringsprojecten, goed voor 1,87 miljard euro investeringen. De uitvoer kende in 2016 een groei van 1,5%. Dit is het beste groeicijfer sinds 2012. Het aantal exporterende bedrijven blijft gelijk.
  • 2,69% van het BBP gaat naar O&O in 2015, 0,8% publiek en 1,89% privaat. Dit ligt ver boven het EU-gemiddelde van 1,95%. Vooral het publieke aandeel is vrij hoog, meer dan Nederland en Frankrijk en ruim boven EU28.

 

Ruimtelijke en ecologische ontwikkelingen

  • We zien een stijgende dichtheid van het woongebied, geconcentreerd rond de steden en de Vlaamse rand.  Door een verschuiving van woningen naar flats zien we dat de gemiddelde woonoppervlakte daalt. Positief is ook dat minstens de nieuwbouwwoningen energiezuiniger worden en beter geïsoleerd.
  • Op heel wat milieu-indicatoren wordt vooruitgang geboekt.  Er is een verbetering voor o.a. de verzurende emissies en de fijnstofconcentraties. De verbetering van de waterkwaliteit van de jongste jaren zet zich echter niet door.
  • Er is een ontkoppeling tussen energiegebruik en economische groei. Dit neemt niet weg dat vandaag het energiegebruik een kwart hoger ligt dan in 1990.
  • Het wagenpark en de afgelegde kilometers blijven stijgen met een toenemende filezwaarte, verliesuren en toenemend energiegebruik als gevolg. Daartegenover staat dat de negatieve impact van het transport (o.a. lawaai, vervuiling) is afgenomen.
  • 80% van de verplaatsingen gebeurt met de wagen, iets lager dan gemiddeld in Europa.
  • De verkeersveiligheid gaat erop vooruit, maar Vlaanderen scoort minder goed in vergelijking met de topregio’s. 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is