U bent hier
Vlaanderen maakt werk van betere controle op wapenhandel

Op voorstel van Vlaams minister-president Geert Bourgeois, ook bevoegd voor Buitenlands Beleid, heeft de Vlaamse Regering het bestaande Wapenhandeldecreet geoptimaliseerd. Dat decreet regelt voor het Vlaams Gewest de in-, uit- en doorvoer, evenals de overbrenging van wapens en militair materieel. “Na een brede consultatie met alle belanghebbenden is de wetgeving nu nog correcter en effectiever. Ook maken we nog meer dan vroeger werk van transparantie in onze rapportering”, zegt Bourgeois. “Daarmee gaat deze Vlaamse regering verder dan de Europese en internationale standaarden voor controle op de wapenhandel.”
De meest ingrijpende inhoudelijke wijziging is de hervorming van de controle op de doorvoer. Die wordt immers uitgebreid naar wapens en militair materieel die louter getransporteerd worden door Vlaanderen, zonder hier te worden overgeladen. “Zo kunnen we effectiever optreden tegen illegale wapentransporten”, stelt Bourgeois. “Tegelijk vereenvoudigen we de verplichtingen voor de doorvoer naar veilige landen, zoals EU-lidstaten. Dat zorgt voor een substantiële vermindering aan administratieve lasten, zonder daarbij aan controle in te boeten.”
Extra transparantie
Een andere belangrijke wijziging is de uitbreiding van de transparantie over de toepassing van het Wapenhandeldecreet. Het nieuwe decreet verankert de ruimere rapportering aan het Vlaams Parlement, die vooral in de huidige legislatuur al in de praktijk gangbaar was. Zo werden bij geweigerde vergunningen de weigeringscriteria reeds vermeld en werd er ook al gerapporteerd over negatieve voorlopige adviezen. “Daarbovenop rapporteren we nu ook over positieve voorlopige adviezen, over toegekende en geweigerde schriftelijke bevestigingen en over verlengingen van vergunningen”, somt de minister-president op.
Ten slotte wordt het voor de Vlaamse Regering mogelijk om algemene beperkende maatregelen aan te nemen. Zo kan zij met name voor een bepaalde periode alle uitvoer van wapens en militair materieel naar een land verbieden, indien zij oordeelt dat de omstandigheden ginder maken dat elke uitvoer in strijd zou zijn met het Wapenhandeldecreet. “Op die manier kunnen wij ook zelf optreden, wanneer een wapenembargo op het niveau van de VN of de EU gerechtvaardigd lijkt, maar om diplomatieke redenen niet waarschijnlijk is”, besluit Bourgeois.