Archeologisch vooronderzoek sneller, eenvoudiger en goedkoper

Door Geert Bourgeois op 16 december 2016, over deze onderwerpen: Onroerend erfgoed

De Vlaamse regering keurde vandaag op initiatief van minister-president Geert Bourgeois verscheideneacties goed om het archeologisch vooronderzoek sneller, eenvoudiger en goedkoper te laten verlopen.

 

Op 4 december 2015 keurde de Vlaamse regering de uitvoeringsbepalingen bij het archeologiehoofdstuk van het Onroerenderfgoeddecreet definitief goed. Na een gefaseerde inwerkingtreding is de nieuwe archeologieregelgeving sinds 1 juni 2016 van toepassing. Vandaag gaf de Vlaamse regering haar goedkeuring aan maatregelen die het archeologisch vooronderzoek sneller, eenvoudiger en goedkoper laten verlopen. Deze nieuwe regels treden op 1 januari 2017 volledig in werking. 

 

Het gaat om volgende acties:

• De afgelopen weken is er prioritair ingezet op een herziening van de Code van Goede Praktijk en dit in nauw overleg met de Vlaamse Ondernemers in Archeologie (VONA).
o De Code van Goede Praktijk introduceert een eenvoudige, beperkte acheologienota. Hierdoor zal de opmaak ervan sneller gaan en goedkoper zijn. Het gaat over die situaties waar geen archeologisch erfgoed aanwezig is, de bodemingrepen geen negatieve impact veroorzaken of een opgraving niet tot nuttige kenniswinst leidt.

 

o Enkele vormelijke en inhoudelijke aanpassingen zorgen ervoor dat de Code van Goede Praktijk eenduidiger te interpreteren is.

 

o De introductie van de assistent-aardkundige in de Code van Goede Praktijk beperkt de inzet en de kostprijs van de aardkundige tot situaties waarin deze expertise absoluut noodzakelijk is. Voor alle andere situaties volstaat het voortaan om een beroep te doen op een assistent-aardkundige: personen die niet noodzakelijk gediplomeerd zijn in de aardwetenschappen, maar toch over een zekere kennis inzake bodemsoorten en sedimenten beschikken.

 

• Door enkel de essentiële onderdelen van de (archeologie)nota’s te beoordelen, zal het aantal goedkeuringen toenemen. 

 

• Tweemaandelijkse vaststelling van de kaart met gebieden waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt:

Percelen die beantwoorden aan bepaalde criteria en waar bijgevolg geen archeologisch erfgoed te verwachten valt, worden vastgesteld en op de kaart gezet. In 2016 werd deze kaart drie keer vastgesteld en telt nu 3636 zones. Heel wat terreinen die al werden onderzocht en vrijgegeven, zijn toegevoegd aan deze kaart en zijn in de toekomst vrijgesteld van de opmaak van een archeologienota. Door deze vaststelling voortaan tweemaandelijks te doen, kan de uitbreiding van deze kaart sneller gaan.

 

• Geen plafond meer op de premie voor buitensporige opgravingskosten. Particuliere en kleinschalige ondernemingen die geconfronteerd worden met buitensporige opgravingskosten konden tot nu toe een premie krijgen van maximum 40000 euro. Dit plafond wordt geschrapt. 
• Tot slot worden de nodige aanpassingen aan de wetgeving gedaan zodat aan een vergunningsaanvraag een archeologienota kan worden toegevoegd die nog niet bekrachtigd is maar wel al bij het Agentschap Onroerend Erfgoed is ingediend.

 

Geert Bourgeois: “Op korte termijn maken we de archeologienota dus sneller, eenvoudiger en goedkoper. Daarnaast bereiden we de evaluatie van het Onroerenderfgoeddecreet en -besluit voor. Bedoeling is het evaluatierapport nog voor het zomerreces van 2017 aan de Vlaamse regering voor te leggen.”

 

 

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is