Vlaanderen krijgt positief injunctierecht

Door Geert Bourgeois op 13 januari 2017, over deze onderwerpen: Vlaamse regering

De Vlaamse Regering besliste vandaag om het positief injunctierecht, sinds de zesde staatshervorming een bevoegdheid van de deelstaten, te concretiseren. Hierdoor kan de Vlaamse regering voortaan opdracht geven, via de federale minister van Justitie, een bepaalde zaak of dossier te onderzoeken en/of te vervolgen, in die aangelegenheden die tot haar bevoegdheden behoren.

 

Positief injunctierecht

Het positief injunctierecht is het recht van de minister van Justitie om aan de procureur de opdracht te geven een bepaalde zaak of individueel dossier te onderzoeken en/of te vervolgen. In het kader van de zesde staatshervorming is beslist dat regeringen van de gewesten en gemeenschappen voortaan zelf over het recht beschikken om de vervolging te bevelen voor wat hun bevoegdheden betreft. Het positief injunctierecht wordt gedelegeerd aan de minister-president van de Vlaamse regering Geert Bourgeois, de “eerste Vlaamse minister van Justitie”.

 

Vlaams injunctierecht

Het Vlaamse injunctierecht heeft enkel betrekking op de vervolging van misdrijven waarvan de strafbaarstelling een Vlaamse bevoegdheid is.

Het recht omvat volgende bevoegdheden:

  • Het recht om inlichtingen op te vragen in het kader van het injunctierecht
  • Het geven van instructies met betrekking tot opsporingsonderzoek
  • Het doen instellen van de strafvordering
  • Het doen instellen van een beroepsmiddel als daad van vervolging.

Het recht kent ook beperkingen:

  • Het gaat enkel om positieve injunctie. Het geven van een negatieve injunctie, waarbij een minister zou verbieden dat een misdrijf vervolgd wordt, kan niet.
  • De injunctie wordt steeds gegeven in een individueel geval. Een algemene injunctie, waarbij een minister bijvoorbeeld beslist dat een welbepaald misdrijf steeds moet worden vervolgd, kan niet.
  • Het principe ‘la plume est serve mais la parole est libre” blijft behouden: de parketmagistraat moet gevolg geven aan het bevel van de minister, doch kan ter zitting nog steeds zijn persoonlijk standpunt verdedigen.

 

Tot slot wordt het injunctierecht bijna alleen ingezet in zaken waarvoor een grote publieke belangstelling bestaat, of waarin het passief blijven van het openbaar ministerie wezenlijke (staats)belangen in het gedrang zou kunnen brengen.

 

Geert Bourgeois: “De Vlaamse regering onderschrijft de bestaande terughoudendheid om gebruik te maken van dit injunctierecht, om de functionele onafhankelijkheid van het openbaar ministerie niet in het gedrang te brengen.”

 

Procedure

Het verzoek tot instellen van het injunctierecht wordt door de bevoegde vakminister gericht aan de minister-president. Deze beslist, na toetsing aan inhoudelijke vereisten, om zijn federale collega te verzoeken de gevraagde vervolging te bevelen. Het feit dat deze aanvraag via de minister van Justitie moet gebeuren is een logisch gevolg van het feit dat enkel de minister van Justitie gezag en toezicht uitoefent over de leden van het openbaar ministerie.

 

Meer info

Benjamin Muylaert

Woordvoerder minister-president Geert Bourgeois

GSM: 0473 95 25 69 – e-mail: Benjamin.Muylaert [at] vlaanderen.be

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is