U bent hier
Vlaanderen neemt initiatief om organisaties met minderjarigen voortaan sneller in te lichten bij onderzoek naar zedenfeiten

Op voorstel van Vlaams minister-president Geert Bourgeois zorgt de Vlaamse regering ervoor dat het parket sportclubs, scholen, jeugdbewegingen… sneller op de hoogte kan brengen van een vervolging wegens ernstige zedenfeiten van een sporttrainer, animator, leraar, opvoeder…. De Vlaamse regering stelt per betrokken overheidssector minstens één contactpersoon aan die de brugfiguur is tussen het parket en de betrokken werkplaats.
De huidige omzendbrief over de strafrechtelijke vervolgingen en veroordelingen omvat enerzijds de informatiedoorstroom van vervolgingen en veroordelingen waarbij de betrokkene met minderjarigen werkt en anderzijds de aanstelling van een referentiemagistraat die toeziet op de toepassing van de omzendbrief.
Voor de betrokken beleidsdomeinen binnen de Vlaamse overheid zijn er echter nog steeds onduidelijkheden over het toepassingsgebied van de omzendbrief, de rol van het parket en van de Vlaamse overheid bij de informatieverspreiding enerzijds en de bevraging van het parket anderzijds.
Vandaag verhelpt de Vlaamse regering deze onduidelijkheden door een overkoepelend initiatief te nemen.
“De bedoeling is om de informatiedoorstroom tussen parket en organisatie waar de verdachte tewerkgesteld is of actief is, te verbeteren. Het parket kan dus sneller strafrechtelijke vervolgingen en eventuele veroordelingen communiceren aan een school, een sportfederatie, een jeugdinstelling, een jeugdbeweging, cultuurorganisatie… Zo kunnen deze organisaties proactief (tucht)maatregelen nemen”, aldus Vlaams minister-president Geert Bourgeois.
Daarbij is het steeds aan het parket zelf om de beoordeling te maken of een mededeling opportuun is, op basis van de voorwaarden in de omzendbrief: ernst van de feiten, risico’s voor derden, verband tussen misdrijf en beroep/activiteit…
Om een goede doorstroming mogelijk te maken, beslist de Vlaamse regering om per betrokken overheidssector minstens één contactpersoon en één plaatsvervanger aan te stellen. Die contactpersoon zal de brugfiguur zijn tussen het parket en de betrokken organisatie. Deze persoon zal nooit van de inhoud van een dossier op de hoogte worden gebracht, maar zal enkel op verzoek van de referentiemagistraat gegevens over de werkgever, de rechtspersoon, de organisatie, verenigingen… waarin de genoemde persoon actief is, bezorgen.
Elke betrokken Vlaamse minister zal ook zorgen voor de verspreiding van de gegevens van de referentiemagistraten binnen de verschillende sectoren en organisaties.
Vlaams minister van Sport Philippe Muyters: “De strijd tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft veel facetten. Goede doorstroming van informatie is van het grootste belang. Ik ben blij dat we deze stap nu zetten. Het is een goede en noodzakelijke aanvulling op het beleid dat we in Sport al ontwikkeld hebben.”
Ook inzake de organisatie die op de hoogte gebracht worden, vermeldt de Vlaamse regering uitdrukkelijk dat het niet alleen over werkgevers gaat, maar ook over andere organisaties, of administratieve overheden, waar geen werkgever-werknemer-relatie bestaat. Vaak zijn de personen actief als vrijwilliger (voornamelijk bij sport en jeugdwerking).