U bent hier
Voorlopige bescherming van Gemeenteschool nummer 1 met badhuis in Vilvoorde

Geert Bourgeois, Vlaams minister-president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, beschermt Gemeenteschool nummer 1 met badhuis in Vilvoorde voorlopig als monument.
“De gemeenteschool nummer 1 te Vilvoorde wordt beschermd omwille van de uitzonderlijke architecturale en historische waarde. Opmerkelijk is het gebruik van lokale bouwmaterialen, zoals bijvoorbeeld natuursteen uit de Condroz. Het gebouw met bijhorend badhuis past in de toenmalige groeiende aandacht voor hygiëne in de 19de eeuw.”, aldus Minister-President Geert Bourgeois.
De eclectisch getinte straatvleugel van de school werd in 1923-1924 gebouwd als een uitbreiding bij de bestaande schoolgebouwen uit 1908. In het gebouw bevonden zich een overdekte speelplaats, een turnzaal, een badhuis en een portierswoning. Die oorspronkelijke functies van het gebouw zijn grotendeels bewaard in de school die nu is ondergebracht in het gebouw, de stedelijke school voor Aangepast Beroepsonderwijs De Vest.
Daniël Francken, een Brussels architect, ontwierp de school. Francken ontwierp verschillende schoolgebouwen met badhuis, meestal met een opvallende gevelarchitectuur. Hij was vooral actief in Brussel en was provinciaal architect van Brabant tussen 1903 en1920. Dankzij die functie had hij een ruime ervaring in ontwerpen met aandacht voor hygiëne, zowel onderwijsgebouwen als (zwem)baden.
De buitenkant van de school wordt gekenmerkt door het gebruik van kwaliteitsvolle, lokale materialen, namelijk een combinatie van baksteen met natuursteen uit de Condroz. De straatgevel is voorzien van een regelmatige ritmering, verlevendigd met subtiele variaties en kleurrijke, decoratieve accenten in het materiaalgebruik. Elke travee is gemarkeerd door een mozaïek met een belerende spreuk in een kader met een zwierige vormgeving die aanleunt bij de jugendstil. Die mozaïeken versterken de kwaliteit van het gebouw, dat een totaalkunstwerk vormt in het exterieur en interieur.
In de school werden blikvangers uitgewerkt zoals de verzorgde uitwerking van de ijzeren trappen en bijhorende trappalen, en de vloeren in granito. Het badhuis heeft nog de originele inrichting met hygiënische, makkelijk te onderhouden granito vloeren en betegelde douchecellen met geïntegreerde kapstokken en zeepbakjes, uitgevoerd door de Compagnie Générale d’Hygiène in 1924.
Het gebouw is een typisch ontwerp voor de toenemende aandacht voor hygiëne sinds de negentiende eeuw. Men begon de positieve invloed van het baden te erkennen, zowel op lichamelijk (een preventief en curatief middel tegen ziektes) als moreel vlak. In grootsteden zoals Brussel, liet de overheid baden bouwen voor een welgesteld publiek. Ook badhuizen voor de arbeidersklasse werden in sterk geïndustrialiseerde steden ingezet in functie van een verhoogd welzijn van het volk, door het bijbrengen van regelmaat, discipline, en waarden van gezondheid en hygiëne.
Ook in scholen zorgde men ervoor dat het hygiënediscours veel aandacht kreeg. Al in de tweede helft van de negentiende eeuw werd de relatie tussen fysieke training en gezondheid erkend. Typische functies van schoolgebouwen uit die periode waren een wasruimte – zodat baden kon aangeleerd worden en evolueren tot een gewoonte –, een overdekte speelplaats en een turnzaal. De uitbreiding van de school in de Vilvoordse Vestenstraat bevatte al deze elementen.
Eerst werden de stortbaden in Vilvoorde exclusief gebruikt door de schoolkinderen. Onder druk van de industriële ontwikkeling van de stad en de nabijgelegen fabriekssite Forges de Clabecq, werden de baden vanaf 1933 opengesteld voor het volk. Het succes van de baden in de gemeenteschool nummer 1 leidde in 1939 tot de oprichting van een tweede badhuis aan de Bolwerkstraat. Die was gelegen naast de kostschool Les Peupliers, een belangrijk voorbeeld voor de gemeenteschool op het vlak van opvoeding volgens de Zweedse gymnastiek.
De turnzaal in de Vestenstraat refereerde aan de turnzaal die Victor Horta in 1904-1905 ontwierp voor die kostschool, zowel in de aandacht voor een goede verlichting en verluchting, als in de uitrusting en turntoestellen. De schoolvleugel aan de Vestenstraat vormt op die manier in haar totaliteit een representatief en herkenbaar voorbeeld van hoe de zorg voor hygiëne vertaald werd in architectuur en meer specifiek in de context van het onderwijs.